Portefeuillehouders
Wethouder Briels
Wethouder Slaets-Sonneveldt
Wethouder Van den Berkmortel
Wonen en leefbaarheid Open, groene ruimte in de kernen wordt steeds schaarser maar bepaalt wel in belangrijke mate het dorpse karakter van Laarbeek. Dit willen we voor de toekomst graag behouden. We richten ons daarom als het gaat om woningbouw ook op het herbestemmen en herstructureren van bestaande bebouwde gebieden en gebouwen (ook kerken). Laarbeek is een groene gemeente. Groen is een kernkwaliteit van Laarbeek. Op verschillende manieren spant de gemeente zich in voor een verbetering van natuur, milieu en landschap. Deze inspanningen dragen immers bij aan een gezond leefklimaat. Mede om soortenrijkdom te behouden en herstellen wordt nieuwe natuur aangelegd. Het is goed wonen in Laarbeek. De wijze waarop de voorzieningen in de openbare ruimte worden beheerd en onderhouden draagt bij aan de veiligheid en de beleving van de openbare ruimte. Het beheer en onderhoud is onderhevig aan nieuwe ontwikkelingen en (wettelijke)eisen. Daarbij kan gedacht worden aan het verbod op het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen, demografische ontwikkelingen, de gevolgen van de klimaatverandering. Maar ook het toenemende aantal initiatieven, waarbij het onderhoud en beheer samen met en door inwoners vorm wordt gegeven. Ook is er sprake van een toename van het te onderhouden en te beheren oppervlak door de aanleg van nieuwe woonwijken en natuur. Om het beheer en onderhoud op orde te houden zijn investeringen en reserveringen noodzakelijk. Er dienen om achterstanden te voorkomen en onveilige situaties uit te bannen nieuwe afspraken te worden gemaakt over het beheer- en onderhoudsniveau van de openbare ruimte. Laarbeek wil de nabijheid tot Helmond en Eindhoven beter benutten, met behoud van het landelijke karakter. Een snelle en comfortabele verbinding met het stedelijk gebied is hiervoor onontbeerlijk. Voor verbeteringen in de weginfrastructuur (inclusief de Beekse brug) is een krachtige proactieve lobby gericht op bereikbaarheid enerzijds en een aanvaardbaar verkeersniveau ten behoeve van de leefbaarheid anderzijds noodzakelijk. Besluiten over de verkeersinfrastructuur benaderen wij altijd vanuit de ‘Ladder van Verdaas’. Nut en noodzaak dienen eerst aangetoond te zijn voordat nieuwe structuren worden aangelegd. Daarnaast dienen andere vormen van (duurzaam) vervoer te worden gestimuleerd, door bijvoorbeeld het versterken van het openbaar vervoer, de aanleg van snelfietsroutes en de plaatsing van snellaadpalen. Landelijk gebied Enerzijds worden steeds meer agrarische bedrijven beëindigd, anderzijds is er de toenemende schaalvergroting. Dat leidt tot vraagstukken met betrekking tot het hergebruik van de vrijkomende agrarische bebouwing en gronden, verloedering en toename van (drugsgerelateerde) criminaliteit. Het gaat dus om economische belangen maar zeker ook om andere waarden zoals gezondheid, natuur en landschap, biodiversiteit en klimaat. Verschillende belangen zullen moeten worden gewogen. We willen ontwikkelingen kunnen sturen en omzetten naar kansen om de leefbaarheid in het buitengebied te behouden en te versterken. Duurzaamheid |
---|